Integreren, hoe dan? afl. 3 De inclusieve samenleving
Gewetensvraag: Hoe anders
mogen mensen zijn en toch nog bij jou horen?
Vorige week vloog er weer
zo’n facebookbericht over mijn startpagina: ‘allochtoon x eist dat wij ons
aanpassen. Deel dit bericht als je ook vindt dat hij/zij zijn grote bek moet
dicht houden’. In gedachten hoor ik een oud vrouwtje met overal fronsrimpels
dit krassend voorlezen, onderwijl citroenen etend. Ik kan me namelijk niet
voorstellen dat de schrijvers van zulke zure berichten mooi oud worden.
Ik geloof er niet zo in
dat een van de partijen zich maar helemaal moet aanpassen aan de ander. In een
inclusieve samenleving zal iedereen zich enigszins moeten aanpassen, maar in de
kern zullen we moeten leren accepteren dat de ander anders is. Helaas zijn we in Nederland nog niet heel erg goed in het vieren van diversiteit: we zijn nog steeds best wel gewend aan onszelf opsluiten in ons eigen kringetje, zoals tijdens de Verzuiling. Zoveel Nederlanders hoor ik zeggen: “Met zo en zo een persoon kan ik geen vrienden zijn, die is te anders.” Een inclusieve samenleving is meer dan openheid of tolerantie: Een open samenleving vraagt wel om aanpassing alleen niet aan de voorkant, in een tolerante samenleving sluit je je op in je eigen subgroepje, de 'andere' tolereer je, maar hoort niet bij jou. Een inclusieve samenleving begint hier: jij bent anders, ik ben anders, wij horen bij elkaar.
Nu ben ik niet
een heel gemiddelde vrouw, dus ben ik eraan gewend me te verbinden met mensen
die ‘anders’ zijn dan ik. En dit is volgens mij het geheim: Als we ons gevoel van eigenwaarde niet meer laten afhangen van de mate waarin we passen in de groep, is het helemaal niet zo moeilijk om je te verbinden met Anderen.
In Jordanië werden we ooit
uitgenodigd te lunchen bij een streng-islamitisch gezin. Henry in de
gastenkamer, ik in de keuken bij de vrouwen en kinderen. Ik leerde een prachtige
moderne vrouw kennen van mijn leeftijd in spijkerbroek en met een aantal leuke
kinderen. Toen het eten gereed was, pakte ze haar burka, deed ‘em over haar
hoofd heen, draaide zich naar me om en vroeg: “wat vind je van mijn burka?” Tja
daar had ik niet zo snel een antwoord op (uh, Zwart? Zedig? Lang?- iemand een tip?). Maar wanneer ik nu een moslima in burka tegenkom, zie ik altijd die leuke
moderne jonge vrouw voor me uit Jordanië, die zo anders was dan ik, maar een ontzettend warm mens. Met haar kon ik vrienden worden, dus misschien met deze andere vrouw ook.
Mind you, ik ben bepaald
geen allemansvriend en ik heb stevige overtuigingen. Er zijn genoeg karakters
waarmee ik flink bots. Maar over het algemeen bots ik op karakter,
niet op overtuiging of cultuur. Dat is wel een wezenlijk verschil. Bij mij mogen mensen
anders zijn dan ik ben: Juist mooi, want ik weet heel goed dat ik mijn beperkingen heb.
Ik kan andere mensen goed om me heen gebruiken. Interessant ook, om de
wereld te leren zien vanuit een andere bril. Ik denk dat deze houding ervoor
heeft gezorgd dat ik zoveel kennissen en vrienden heb met verschillende
achtergronden. Het heeft mijn leven verrijkt, dus ik beveel het je van harte
aan: laat mensen die anders zijn maar bij je horen. Daar houd je hoogstens een
interessant leven aan over.
Reacties
Een reactie posten