Integreren, hoe dan? afl. 17 Op zoek naar een droombaan

Photo by margarit ralev from FreeImages

Hoe groot zijn jouw dromen en toekomstverwachtingen? Hoe groot mogen de dromen zijn van migrant-vrouwen?

Twee jaar geleden moest ik noodgedwongen een langgekoesterde droom opgeven. Ik moest mezelf en mijn toekomst opnieuw uitvinden. Ik had het geluk een goed vangnet te hebben in de vorm van een stabiele relatie, een stevig netwerk van vrienden en familie en daarnaast heel basaal een stabiele financiële situatie en een goede opleiding. Maar makkelijk was het niet om op je 35e naar je leven te kijken en een antwoord te vinden op de vraag:  “Wat nu?”

Mijn migrant-vriendinnen moeten zichzelf ook opnieuw uitvinden, maar zonder sterk lokaal netwerk, kennis van het Nederlandse systeem, noch een stabiele financiele situatie of voor bedrijven makkelijk te waarderen opleiding.

Ik zie velen van hen hun dromen bijstellen tot ver onder hun kunnen: Een Iraanse vriendin die droomde van juriste worden, durft niet verder te denken dan kraamverzorgster. Een getalenteerde Syrische vriendin zit vast in een baan als vakkenvulster. De voorbeelden zijn eindeloos. Ik hoor deze verhalen en wil deze vrouwen door elkaar schudden: “Je hebt zoveel te bieden! Geef niet te snel je dromen op.” Maar ze lijken murw geslagen door het Nederlandse systeem dat hen keer op keer zegt: “Wat jij wilt, kan niet (meer). Jammer, pech gehad. Ga maar voor de broodbaan.”

Dat zijn niet alleen persoonlijke drama’s, het zijn ook stuk voor stuk gemiste kansen voor de Nederlandse samenleving: we maken en masse geen gebruik van de talenten van heel veel medelanders. In een samenleving waar er een groeiende vraag is naar goed personeel, zitten teveel getalenteerde migrant-vrouwen thuis of vast in niet passend werk. 

Het huidige inburgeringssysteem investeert hoofdzakelijk in probleemgevallen. High potentials worden aan hun lot overgelaten, in de verwachting dat ze zichzelf wel kunnen redden. In zekere zin redden velen zich ook wel, maar ten koste van het kunnen inzetten van hun talenten.

Wat zijn nu belangrijke obstakels in het inburgeringsproces van migrant-vrouwen? 1) verlate start 2) mismatch tussen opleiding en het Nederlands bedrijfsleven; en 3) de kosten en beschikbaarheid van kinderopvang. (Onderzoekers Razenberg, Kahman en de Gruijter schrijven in dit artikel uitgebreid over nog meer obstakels) 
  1. Verlate start: Veel migrant-vrouwen volgen hun man. Ze komen vaak later aan en staan daarna in de praktijk lang in de wachtstand: Terwijl man inburgert, opleiding volgt, werk zoekt en integreert, zorgt vrouw voor het groeiende gezin en stelt haar dromen uit. Wanneer de vrouw aan de beurt is, is het geld en de puf voor een goed integratieproces vaak op.
  2. Mismatch tussen opleiding en Nederlandse banenmarkt. Veel migrant-vrouwen zijn opgeleid in een taalintensief vakgebied. Zowel de migrante zelf, als het Nederlandse bedrijfsleven, verwachten dat het Nederlandse taalniveau van de migrante niet goed genoeg zal worden om op termijn in hun eigen vakgebied te kunnen werken. Zonder toegang tot budget voor omscholing of adequate bijscholing staan hierdoor bijvoorbeeld ervaren schooljuffen aan de kant. Maar ook vrouwen die technisch of medisch geschoold zijn weten vaak niet de weg te vinden naar passend werk. Het valideren van hun diploma’s is tijdrovend. En veel Nederlandse bedrijven weten niet goed hoe ze buitenlandse diploma’s moeten waarderen.
  3. Voor vrouwen, meer dan mannen, vormen kinderen een obstakel om aan werk te komen. In de praktijk zijn vrouwen vaak de hoofdverzorger van de kinderen. Daardoor kost hun inburgering en opleiding extra geld vanwege de kinderopvang. Daarnaast is reizen voor werk een bezwaar, want ze moeten op tijd bij de kinderen kunnen zijn. Ze zijn dus meer dan hun mannen gebonden aan de plaats waar ze wonen en dus afhankelijker van lokale bedrijven. Bedrijven met minder ervaring, en daardoor vaak meer terughoudendheid, in het werken met intercultureel talent.


In plaats van verwachten dat deze vrouwen zichzelf wel aan hun haren uit het moeras trekken, zouden we als Nederlandse samenleving veel meer kunnen doen aan talentontwikkeling van deze migrant-vrouwen. De overheid zou kunnen zorgen voor budget en mogelijkheden tot omscholing of opleiding. Het bedrijfsleven zou kunnen inzetten op werk-leertrajecten juist voor HBO+-functies. Tenslotte zullen we moeten zorgen voor praktische oplossingen qua kinderopvang als vrouwen zich verder willen ontwikkelen dan de minimale inburgeringseisen.

Heb je als bedrijf of organisatie een initiatief om getalenteerde migrant-vrouwen verder te helpen? Ik help graag bij de uitwerking en het zoeken naar financiering.

En als persoon? Vertel een vriendin: “Je bent geweldig. Ik geloof in jou en in je dromen. Laten we samen dromen dromen en verwezenlijken.”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Verduurzamen, hoe dan? Juli-1: Hergebruiken!

Integreren, hoe dan? Elkaars feesten vieren